De stierkikker (Lithobates catesbeianus) is een Noord-Amerikaanse kikker van wie het oorspronkelijke verspreidingsgebied zich uitstrekt van Canada (Nova Scotia, New Brunswick, zuidelijk Quebec en zuidelijk Ontario) in het noorden tot centraal Florida en de Golf van Mexico in het zuiden en van de gehele oostkust westwaarts tot Wisconsin en door de grote plateau's tot het Rotsgebergte. Hij is momenteel ook geacclimatiseerd ten westen van de Rocky Mountains zoals in Californië en Colorado en verder noordwaarts tot Brits Colombië in Canada alsook in het noorden van Mexico. Hij werd ook geïntroduceerd in Cuba, Jamaica, Bermuda, Hispaniola, Puerto Rico, Hawaï, Japan en in China, meer bepaald in de provincies Taiwan en Yunnan.
De stierkikker wordt door niet-kenners met de Europese groene kikkers verward. Nochtans is hij vrij gemakkelijk van deze groep te onderscheiden. De bovenzijde is olijfgroen of bruin gekleurd en zonder rugstreep. Ook de vlektekening op de rug is niet zo duidelijk als bij de groene kikkers en kan zelfs helemaal ontbreken. Op de dijbenen zijn donkere banden aanwezig en de buik is vuilwit en grijs gevlekt.
Kenmerken die hem onderscheiden van onze groene kikkers zijn het ontbreken van dorsolaterale ruglijsten en het zeer grote trommelvlies dat bij de vrouwtjes even groot is als het oog en bij de mannetjes zelfs opmerkelijk groter.
In de paartijd heeft het mannetje een gele keel en bij het vrouwtje is die vuilwit en donker gevlekt. De beide geslachten kunnen trouwens aan deze kenmerken gemakkelijk op afstand onderscheiden worden. Deze reus onder de kikkers kan wel een lengte van iets meer dan 20 cm lengte bereiken en wel 500 g wegen.
De roep van het mannetje is zeer karakteristiek en kan niet met de roep van de Europese groene kikkers verward worden: een geluid met een lage frequentie dat over een afstand van meer dan een kilometer kan gehoord worden en beschreven als een laag rommelend "bwum-bwum-bwum".
Paringsroepen van drie mannetjes aan de oever van een visvijver in het Zammelsbroek te Geel
Schrikroepen van verschillende subadulte stierkikkers. Bij verstoring en wanneer ze in het water springen laten stierkikkers ook een karakteristiek "eep"- geluid horen.
Het wijfje zet de eieren af in eiklompen en ieder legsel kan wel 10.000 tot 25.000 eieren bevatten. De eieren hebben een diameter van 1,2 tot 1,7 mm en de gelatine omhulsels 6,4 tot 10,4 mm. De bovenzijde van de eieren is zwartbruin, de onderzijde bleek. De eiklompen drijven onder vorm van witte, schuimende massa's op het wateroppervlak maar zakken ongeveer na 20 minuten naar de bodem.
De larven worden zeer groot. Ze kunnen een lengte van 16 cm bereiken en onderscheiden zich door die opmerkelijke grootte van de larven van inheemse groene kikkers hoewel larven van Europese meerkikkers ook vrij groot worden
Laatste aanpassing: 24-07-2019 10:36:57