Frequently Asked Questions: paddenoverzetacties
Waar kan je meehelpen aan een paddenoverzetactie?
Op heel wat plaatsen in Vlaanderen worden jaarlijks paddenoverzetacties georganiseerd. Bij aanvang van het ‘paddenseizoen’ wordt Natuurpunt vaak gecontacteerd door mensen die aan zo’n actie willen deelnemen. Logisch, want kikkers, padden en salamanders hebben een hoge aaibaarheidsfactor. Vooral kinderen vinden het cool om ’s nachts mee op pad te gaan met een padden rescueteam.
Het aantal acties neemt elk jaar nog toe. Meestal neemt een bezorgde buurtbewoner het initiatief om aan een lokaal knelpunt te verhelpen. Deze mensen zijn onmisbare trekkers, gouden vrijwilligers die de hele organisatie van een lokale overzetactie op zich nemen. Want er moet wel één en ander worden georganiseerd: de schermen moeten worden geplaatst, verkeersignalisatie wordt aangevraagd bij de gemeente, de actie wordt toegelicht in het gemeentelijk infomagazine, vaak wordt ook voor de buurt een infoavond voorzien. Eén van de belangrijkste taken van de lokale coördinator bestaat er echter uit om een groep van enthousiaste helpers samen te krijgen, mensen die tussen 1 februari en 1 april een handje willen toesteken. Zo’n paddenteam telt doorgaans heel wat vrijwilligers. De coördinator stelt een schema op, een beurtrol: wie zal wanneer zijn of haar ronde doen? Het heeft immers geen zin dat iedereen op hetzelfde moment opduikt en dat er op andere momenten helemaal niemand is om de amfibieën veilig de straat over te helpen.
Wil je weten of er in jouw buurt ook overzetacties worden georganiseerd? Surf dan naar
HYLA, Ik wil meewerken!. Hier kan je zoeken naar acties in uw buurt met de contactgegevens van de lokale coördinator. Mail naar
paddenportaal@hylawerkgroep.be indien er geen contactgegevens worden vermeld. Deze persoon kan immers best inschatten op welke dagen en op welke plaatsen er nog nood is aan helpende handen. Trek er zeker niet op eigen houtje op uit. Hoe goed bedoeld het ook moge zijn, mensen die geen contact hebben genomen met de lokale coördinator doet soms meer kwaad dan goed: amfibieën worden aan de verkeerde kant van de straat overgezet, soorten worden verkeerd gedetermineerd, gegevens worden niet (volledig) ingevuld op de speciaal daartoe ontworpen formulieren, amfibieën worden overgezet net voordat één van de lokalen er zou aankomen met een school. Gewoon een belletje of mailtje kan dus aan veel misverstanden verhelpen.
Wie kan je helpen om een nieuwe overzetacie op te starten?
Bij de eerste zachte lenteavond met een beetje miezerregen, beginnen amfibieën aan hun jaarlijkse trek. Dat is ook het moment waarop mensen vaststellen dat in hun buurt heel wat kikkers, padden en salamanders worden doodgereden. En dan wordt het een zoektocht. Hoe kan hieraan worden verholpen? Wie moet worden aangesproken? Welke materialen moeten worden aangekocht? Zijn er gespecialiseerde groepen of verenigingen die paddenschermen willen plaatsen? Kunnen we ergens info vinden op internet? Een heleboel vragen die vaak bij Hyla terecht komen.
Hoe het best aan lokale knelpunten te verhelpen, hangt af van de lokale situatie. Toch zijn er een paar vaste stappen die steeds terugkeren. Gemeenten zijn vaak een logische partner om bij aan te kloppen. Maatregelen voor ontsnippering, soortbeschermingsplannen, milieueducatie, … zijn dingen waar een gemeente veel belang aan hecht. Hiervoor kan een gemeente zelfs subsidies krijgen. Het plaatsen van amfibieënschermen is een actie die doorgaans perfect past in het gemeentelijk milieubeleidsplan. Let wel: je mag/kan niet verwachten dat je vandaag een probleem aankaart en dat de volgende dag al voor een oplossing wordt gezorgd. Ook voor een gemeente is het een kwestie van organiseren. Vaak moeten budgetten worden begroot en goedgekeurd en moet zoiets gebeuren door het college van burgemeester en schepenen of door de gemeenteraad. Een hele administratieve molen die enkele weken of maanden in beslag kan nemen. Op het ogenblik dat een bezorgde buurtbewoner met het probleem van platgereden padden komt aankloppen, is het paddenseizoen doorgaans al volop in gang en kan er meestal niet meer tijdig in een oplossing worden voorzien. Positief: er is dan voldoende tijd om een paddenoverzetactie voor te bereiden en op te starten in het daaropvolgende jaar.
Ook Natuurpunt kan helpen om zo’n actie op touw te zetten. Natuurpunt heeft intussen meer dan 100.000 leden en heeft in heel Vlaanderen een goed netwerk uitgebouwd met heel wat plaatselijke afdelingen. Op
Natuurpunt, afdelingen kan je opzoeken wie je in jouw regio kan contacteren. Niet elk bestuurslid van Natuurpunt is een paddenexpert en soms zullen ook zij je verder moeten doorverwijzen. Op de website van Hyla vind je een uitgebreide handleiding over hoe je zeer snel, efficiënt, goedkoop en gemakkelijk een amfibieënscherm kan opbouwen. Deze handleiding kan je gratis downloaden op
paddenportaal - paddenschermen. Maar ook een raapactie kan heel effectief zijn, dan loop je 's avonds langs de plaatsen waar bij jullie in de buurt de padden trekken waarbij je elk amfibie met de hand overzet.
Hoe het ook zij: wanneer je een nieuwe actie opstart, zouden we dit graag weten. U kunt eenvoudig uw actie aanmelden en de resultaten registreren in het paddenportaal:
HYLA, Paddenportaal.
Wat moet je doen als je zelf ergens een pad, kikker of salamander vindt
Tijdens de paddentrek, tussen februari en april, krijgen we op Natuurpunt vaak telefoontjes van mensen die een amfibie vonden en niet weten wat er mee aan te vangen. Op zich is het antwoord eenvoudig: laat het beestje terug los op de plaats waar je het vond. Amfibieën zijn in die periode op zoek naar een poel, beek of vijver om er zich voort te planten. Meestal begeven amfibieën zich nooit verder dan een kilometer van zo’n voortplantingspoel. Amfibieën kunnen water ruiken door de algenbloei die in de meeste waterlocaties voorkomt. De kikker, pad of salamander die je vond, was dus vermoedelijk heel gericht op weg naar zijn of haar favoriete voortplantingsstek. Laat het beestje opnieuw vrij op de plek waar je het vond, liefst in de buurt van de dichtst bijgelegen waterpartij en op een veilige plek zodat het niet meteen een platte dood tegemoet gaat onder de wielen van voorbijrazend verkeer.
Als je het diertje even naar huis meenam, zorg er dan zeker voor dat het beestje vochtig zit. Stop het in een emmer met wat bladeren en een stukje hout. Een beetje water (max. 5 cm) moet er voor zorgen dat het niet uitdroogt. Plaats de emmer op een donkere, beschaduwde plaats (bv. in de kelder). Zo voorkom je dat het beestje zou uitdrogen. Opgelet: salamanders kunnen goed klimmen, zelfs tegen een steile, relatief gladde emmerwand aan. Een deksel is dus aangewezen om te vermijden dat salamanders bij jou thuis zouden ontsnappen. Bij valavond kan je jouw kikker, pad of salamander terug plaatsen op de plek waar je het vond (of in de directe omgeving, op een veilige stek). Wanneer je het diertje vast neemt, probeer steeds om je handen vochtig te maken. Amfibieën zijn koudbloedige dieren. Wanneer ze in contact komen met handen van 37 °C, droogt hun huid immers zeer snel uit en da’s niet gezond.
Hoe lang duurt de paddentrek?
De trek van amfibieën komt op gang bij de juiste klimatologische omstandigheden: geen grondvorst, zachte avondtemperaturen (min. 8 °C) en een hoge luchtvochtigheid. Dergelijke omstandigheden doen zich in een ‘normaal’ jaar voor vanaf de derde week van februari. De trekt piekt doorgaans in de tweede of derde week van maart om begin april vrij plots stil te vallen. De voorbij jaren doen echter gek. Januari 2007 was de warmste januarimaand ooit sinds de start van de meteorologische metingen in 1833. Januari 2008 was de op één na warmste ooit. In 2008 stuurde Natuurpunt al een persbericht op 23 januari met als titel ‘paddentrek uitzonderlijk vroeg op gang’. Eigenlijk hadden we dat bericht al een poos eerder kunnen versturen want zelfs op nieuwjaarsnacht werden al trekkende amfibieën waargenomen. De winter van 2009 was dan weer behoorlijk fris en de eerste echte paddengolf kwam er pas rond 10 maart. Er zit dus wel enige speling op het begin en het eind van de trekperiode maar doorgaans situeert die zich dus tussen begin februari en eind maart.