De Adder Vipera berus is een soort met een enorm groot verspreidingsgebied, maar wordt in West-Europa steeds zeldzamer en vaak teruggedrongen in kleine en geïsoleerde populaties. Dat geldt zeker voor Vlaanderen, waar slechts twee autochtone populaties overblijven, en eveneens voor Wallonië en Nederland. Recent wordt bij het beheer van natuurgebieden meer aandacht besteed aan specifieke noden van reptielen. Hierbij laat men zich vooral leiden door het (micro)habitatgebruik bij opvallende gedragingen (‘zonnen’) van adulte dieren in heideterreinen. Maar Adders gedragen zich meestal erg onopvallend, ze worden pas op late leeftijd geslachtsrijp en verblijven ook buiten de heide. Omdat populatiestudies essentiële kennis kunnen leveren voor het scherpstellen van herstel- en beheerprogramma’s, bestudeerden we gedurende 15 jaar een grote Vlaamse adderpopulatie. Dat leverde kwantitatieve informatie over het gebruik van verschillende deelhabitats, en vooral over de invloed van de overlevingskansen en geboortecijfers op de populatiegroei. Onze bevindingen geven aan dat bij herstel en beheer veel meer aandacht moet besteed worden aan de onvolwassen Adders en aan de deelhabitats buiten de heideterreinen. Reptielvriendelijk beheer in de heide zal wellicht niet volstaan om de resterende populaties veilig te stellen.
Lees hier het volledige rapport van Dirk Bauwens, Katja Claus, Bart Hoeymans & Tina De Swert:
De Adders van het Groot Schietveld, 15 jaar onderzoek (.PDF - 600 KB).
Laatste aanpassing: 14-10-2016 19:20:32